popups

Riverdale is een merk dat zich kenmerkt door een veelzijdige en zeer uitgebreide collectie in ‘fashionable living’. Natuurlijk al online te vinden, maar nu ook bij twee eigen Brandstores in Baarn en Wolvega die eerder dit jaar werden geopend. Een derde volgt in december. Nu kunnen nog meer consumenten kennis maken met de look en feel van Riverdale door de opening van de eerste Riverdale pop-up stores afgelopen week in Utrecht (in de Bakkerstraat in het centrum) en Rotterdam in de Beurstraverse. Vind je in de Brandstores de volledige collectie onder één dak, bij de pop-up stores tref je er een mooie selectie uit het assortiment, zoals stylish eyecatchers, woonaccessoires, (kleine) meubels en veel items voor de komende cadeauperiode. Door zich te vestigen in Utrecht en Rotterdam zet Riverdale een eerste en belangrijke stap in de eigen retail. Retail Estate Solutions is verheugd de realisatie van deze twee pop-up stores voor Riverdale te kunnen begeleiden.
Met het openen van de Brandstores en nu ook de twee pop-up stores wil Riverdale met de eigen verkoopmedewerkers graag verder werken aan een fijne winkelbeleving die men zelf trots een ‘Riverdale Experience’ noemt. De reden voor het openen van deze twee pop-up stores – en wellicht meer in de nabije toekomst – is om in korte tijd meer consumenten te laten kennis maken met de Riverdale collectie. Riverdale is van mening dat pop-up stores dé uitgelezen plekken zijn om de consument te inspireren en in een fijne omgeving te ontmoeten.

Van alle generaties koopt de consumentengroep tussen 18-24 jaar het vaakst een of meerdere cadeaus voor de feestdagen. Zowel in fysieke winkels als online, blijkt uit een onderzoek onder duizend consumenten door Trusted Shops. De combinatie van fysieke en online aankopen ligt bij deze doelgroep op zo’n 72%, terwijl dat percentage bij andere groepen gemiddeld op 56% ligt.
Een ander opvallend onderscheid is dat de oudere consument online gebruikt om prijzen te vergelijken, terwijl de Generatie Z online raadpleegt vanwege het grote aanbod (72%). Maar voor alle consumenten geldt dat men graag fysieke winkels bezoekt om de gewenste cadeaus ‘in het echt’ te bekijken en te voelen en om zich daarnaast onder te dompelen in de gezelligheid van de stad. Ook angst voor het feit dat er iets mis kan gaan bij de bezorging van het pakket is een overweging voor consumenten om naar de winkels te gaan.
Uit het Trusted Shops onderzoek blijkt verder dat webshops er niet van moeten uitgaan dat jonge consumenten ‘toch wel online kopen’ en zich daarom voornamelijk op de oudere consument richten. Generatie Z is een belangrijke en nog steeds groeiende doelgroep, zeker in de cadeauperiode. Countrymanager Tim Heinen: ‘Webshops moeten ervoor zorgen zich in hun decembercampagnes zo breed mogelijk te etaleren om hun aanbod in de belangrijke decembermaand ook groot te kunnen laten zien’.

Bron: RetailNews

Brancheorganisatie ICSC heeft onlangs ruim 800 winkelopeningen en –sluitingen geanalyseerd en een rapport uitgebracht onder de naam ‘Halo Effect’. Hieruit blijkt dat retailers met een fysieke winkel meer online bezoekers en nieuwe klanten naar hun website trekken. Ook het merkbewustzijn in de omgeving wordt positief gestimuleerd. In percentages: bij opening van een winkel 37% meer online verkeer en 27% online aandeel in het betreffende marktgebied. Waar normaliter 51% van de consumenten bepaalde merken in overweging nemen, stijgt dit percentage naar wel 69% als er een fysieke winkel wordt geopend.
Onomstotelijk wordt in het onderzoek aangetoond dat er tussen een fysieke winkel en digitale aanwezigheid een positieve en directe relatie bestaat. Ook ziet men het webverkeer onmiddellijk inzakken zodra er een winkel gesloten wordt.
CEO Tom McGee van ICSC: ‘We kunnen spreken van een echte retailrenaissance. Nieuwe en gevestigde retailers investeren meer in hun winkels en blazen hun fysieke aanwezigheid nieuw leven in’.
Deze trend konden we al eerder constateren doordat grote online ketens als Zalando, Coolblue, Fietswinkel.nl en Bol.com steeds meer fysieke winkels openen of dit in ieder geval serieus overwegen. Online webshops en fysieke winkels worden hiermee één concept.

Bron: RetailNews

Forrester Research heeft onderzoek gedaan naar de mate waarin retailers tijd en geld steken in technologie om hen betere retailers te maken. Het blijkt dat men gevoeliger is voor het verbeteren van de consumentenbeleving dan voor het investeren in digitale hypes met gimmicks, die hen grotere innovators zouden kunnen maken. Hoofdonderzoeker Brendan Witcher bevestigt dit aan de hand van zijn gesprekken met wel dertig professionals van zo’n twintig retailbedrijven: “Merken moeten veel meer een ervaring verkopen dan een product”.
Uit zijn onderzoek blijkt dat retailers zich veel meer focussen op het perfectioneren van hun bestaande technologie dan te investeren in ‘digitale hypes’ zoals internet of things, kunstmatige intelligentie en virtual reality. Belangrijkste redenen hiervoor zijn dat retailers maar ook consumenten er nog niet van overtuigd zijn dat deze technologieën effectief zijn. Slechts een derde van de ondervraagde personen zegt te gaan investeren in bijvoorbeeld chatbots. Witcher meent dat de terughoudendheid van retailers om te investeren in verregaande, nieuwe technologieën gezond is. Hij is van mening dat men zich beter eerst kan richten op het optimaliseren van bestaande processen en dan pas de mogelijkheden gaat bekijken voor investering in technologische snufjes. Meer over het onderzoek en over de keuze van de retailer om in welke technologie te investeren is te vinden in ‘What’s next in Tech’ in het novembernummer van RetailTrends.

Bron: RetailNews

In de afgelopen jaren zien we steeds meer Amerikaanse invloeden in Nederland, zoals de viering van Valentijnsdag, Halloween en nu ook het fenomeen Black Friday. In de VS al decennialang de koopjesvrijdag na Thanksgiving (bij ons vergelijkbaar met Dankdag voor het Gewas), een feestdag die teruggaat tot de traditie van de Pilgrim Fathers, waarbij familie en de traditionele kalkoen centraal staan. Ook in Nederland wordt nu door de retailers gretig ingehaakt op Black Friday waarbij vaak kortingen tot wel 50% worden aangeboden. De acties worden ruim van tevoren aan de consument gemeld zowel online als in advertenties, flyers en grote affiches in de winkels. Het lijkt de nieuwste hype in de koopjeswereld waarbij de kortingen worden verlengd tot en met het gehele weekend en de winkels op vrijdag tot ’s avonds 10 uur open blijven. Ook zijn er vele gezamenlijke winkeliersactiviteiten zoals loterijen, muziek, acrobaten et cetera.
Natuurlijk is het een positieve ontwikkeling als retailers door het jaar heen de handen in elkaar slaan en verbinding zoeken om gezamenlijk aantrekkelijke activiteiten voor de consument te ontwikkelen waardoor meer traffic naar de winkels wordt gerealiseerd. In alle marketingcampagnes wordt het woord ‘winkelbeleving’ centraal gesteld. Valkuilen zijn er natuurlijk ook. Vaak blijkt dat de kortingen in werkelijkheid zo’n 20% zijn en dat de uitverkoop en normale speciale aanbiedingen in de cadeauperiode slechts vooruit worden geschoven. Ook zijn er retailers die de prijzen eerst verhogen en dan door de kortingsactie verlagen, waardoor de prijs hetzelfde is. Een negatieve ontwikkeling, want de consument is wel goed voor z’n geld maar niet gek. Ongetwijfeld volgen er straks vele evaluaties van dit fenomeen. Ik ben reuzebenieuwd in hoeverre retailers de omzet van het Black Friday weekend versus de normale extra omzet in de cadeauperiode weten te verhogen. Voor de consument is het in ieder geval een aantrekkelijk moment om weer eens een ‘extra rondje winkels’ te doen waarbij de horeca natuurlijk ook profiteert.
Kijken we verder naar omzetverhogende retail activiteiten gekoppeld aan speciale momenten in het jaar, dan zien we dat er steeds meer behoefte is aan pop-up stores die zich specialiseren in artikelen die met een feestelijke periode te maken hebben. Er zijn nu veel pop-up stores voor 3 à 4 maanden die bijvoorbeeld 50 soorten pepernoten of speciale kerstartikelen aanbieden. Een ontwikkeling waar de vastgoedwereld mooi op kan inhaken om leegstand, al is het maar tijdelijk, in te vullen.

In winkelcentrum Liesveld in Vlaardingen is sinds kort in een markant en opvallend hoekpand de modezaak Fashout gevestigd. Met bekende internationale topmerken zoals onder andere Guess, Pepe Jeans, Airforce en diverse Italiaanse merken hebben zij inmiddels een succesvolle formule neergezet. Zeer regelmatig wordt het aanbod ververst waardoor klanten een fijn ‘excuus’ hebben om de winkel te bezoeken en kwalitatieve kleding aan te schaffen van topmerken tegen bijzonder scherpe prijzen.

Dit is al de tweede vestiging die Retail Estate Solutions voor hen heeft bemiddeld. Het eerste pand is gevestigd in Almere Centrum waar zij inmiddels door hun succesvolle aanpak met aantrekkelijke prijzen voor merkkleding een permanente winkel hebben met bijzonder tevreden klanten die regelmatig terugkeren.
Naast het hoekpand van Fashout heeft Retail Estate Solutions damesmodezaak New Look XL kunnen plaatsen. Voor New Look een tweede vestiging in Liesveld. Waar de eerste vestiging een aanbod heeft in het middensegment met vooral jonge, state-of-the art kleding, vormt deze tweede winkel een mooie aanvulling door een groot aanbod in XL Damesmode. Een enorm gat in de markt waar zij nu inspringen, want de gemiddelde kledingmaat van de Nederlandse vrouw is 42/44. New Look kan dan ook met deze twee vestigingen in Vlaardingen een breed publiek met aantrekkelijke collecties aantrekken.

Uit het succes van deze bemiddelingen blijkt maar weer eens hoe belangrijk het is om de juiste ondernemer op de juiste plek te krijgen. Een zeer persoonlijke aanpak met gedegen begeleiding en advies op maat. Een totaalplaatje met alles erop en eraan. Niet alleen bezien door het oog van de vastgoedaanbieder, maar juist ook vanuit het oogpunt en de mogelijkheden tot slagen van de betreffende retailer. Want uiteindelijk is het de consument die bepaalt hoe succesvol een ondernemer wordt.

De laatste jaren verschijnen veel artikelen en rapporten over de stijging van de omzet van webwinkels wereldwijd. Werd eerst nog gedacht dat de webshops de fysieke winkels zou gaan verslaan, nu blijkt na het verschijnen van steeds meer omzetcijfers van grote spelers als Zalando en Cool Blue een heel andere tendens. Pieter Zwart, CEO van Coolblue stelt met een kwinkslag: ‘E-commerce is het domste businessmodel ter wereld. Elke webwinkel toont een plaatje, een omschrijving en een prijs. De enige manier waarmee je je kunt onderscheiden, is de prijs waardoor de consument verleid wordt de knop in te drukken. Geld verdienen met (alleen) webwinkels is bijna onmogelijk’. Naast de prijs heeft Coolblue ook een andere manier gevonden om een positie in de markt te veroveren: levering op elke gewenste tijd, meenemen oude spullen en een zichtbaar enthousiast team op de werkvloer. Het is echter onduidelijk in hoeverre er winst wordt gemaakt.
In een eerder artikel werd al gesteld dat ondanks lovende verhalen het omzetaandeel van bijvoorbeeld Amerikaanse webshops minder dan 8% was. Er is een grote discrepantie tussen de groei van de omzet van webshops en de winstcijfers. De cijfers worden zwaar gedrukt door gratis toesturen en retourneren, bij bijvoorbeeld Zalando wordt 70% van de bestellingen geretourneerd. De ICSC heeft berekend dat minimaal 80% van de (originele fysieke) retailers met een webshop verlies draait. Discounters als Action en Primark hebben geen webshop en halen torenhoge omzetten met nog hogere groeipercentages en hoge winsten.
Wat is dan nog het nut van een webshop? Online zichtbaarheid blijft heel erg belangrijk,maar dient voornamelijk om consumenten naar de fysieke winkel te trekken. De kosten van de webshop worden goedgemaakt door de aankopen in de winkel. Voor kleinere retailers lijkt dit niet interessant. Grote spelers gaan het nu dan ook anders doen. Op veel plekken worden fysieke winkels geopend als aanvulling op de webshop. Denk hierbij aan Coolblue, Fietsenwinkel.nl en internationaal Amazon en Alibaba.
In Nederland bedraagt de totale webshop-omzet elf miljard. Veel geld, maar als je bedenkt dat Zara met haar fysieke winkels in een half jaar tijd al een miljard netto overhoudt, dan is dit natuurlijk peanuts. Als conclusie kan gesteld worden dat onlineverkoop een distributiemodel is maar geen verdienmodel. Omzetgroei betekent nadrukkelijk geen winst. Grote spelers in de markt worden door investeerders overeind gehouden. Met de oplopende rente en de magere verdiensten en in sommige gevallen zelfs grote verliezen, kan het zijn dat investeerders naar andere verdienmodellen gaan kijken, wat een lelijk domino-effect kan bewerkstelligen. De online discussie zal zeker nog langer gevoerd worden maar zeker is dat het uiteindelijk voor de consument gaat om de collectie, de service en het ondernemerschap.

Bron: Retailtrends – Hans van Tellingen, Tadek Solarz en Ernest Schaapman

Het aantal food & beverage zaken in Nederland is in de laatste 8 jaar met bijna 9% gestegen naar zo’n 61.250, een groei van bijna 5.000 verkooppunten. Food is hiermee in vierkante meters de grootste stijger in de retailmarkt volgens een rapport van vastgoedadviseur Colliers International. Alleen al dit jaar is er een kleine 140 duizend vierkante meter bijgekomen, waarbij de foodzaken al meer dan een kwart van de lege winkels opvullen. Met name restaurants en supermarkten zijn hiervoor verantwoordelijk.

Groeiende economie
Dat het goed gaat met de economie in Nederland blijkt ook uit het feit dat consumenten steeds meer besteden aan eten en drinken buiten de deur. Vorig jaar een stijging van maar liefst 7%. In totaal gaf de consument vorig jaar 60 miljard euro uit aan eten en drinken thuis en buitenshuis. Een toename van 4% ten opzichte van 2016. De verwachting voor dit jaar is een stijging tot 62,5 miljard.

Het is dan ook logisch dat deze groei samenhangt met de toename van het aantal f & b vestigingen. In centrale winkelgebieden wordt 20% van het marktaandeel gerealiseerd door eten en drinken, totaal voor consumptie thuis en buiten de deur. In de grote (binnen)steden is dit percentage gemiddeld al 25%. Colliers verwacht zelfs in de Randstad een groei naar maar liefst 30%.

Bron: RetailNews

Uit het jaarlijkse rapport van Dynamis ‘Sprekende Cijfers’ blijkt dat de centrumleegstand in de Nederlandse winkelsteden met 0,5% naar 7% is gedaald. Helaas wordt tevens geconstateerd dat deze daling niet voor lokale en bovenlokale gebieden geldt. De leegstand nam hier met 0,2% toe tot 9,7%. Wel was er een lichte daling te zien van 0,2% tot 12,2% in centra van ondersteunende winkelgebieden.
De crisis in de hoofdwinkelgebieden lijkt nu echt voorbij: slechts 1 op de 14 winkels is niet in gebruik en de panden die leegstaan bevinden zich voornamelijk op C-locaties. Kijken we echter naar ondersteunende winkelregio’s dan zien we grote verschillen. In Rijswijk kampt men bijvoorbeeld met een leegstand van 24%, terwijl Amstelveen een leegstand van slechts 5% laat zien. Er kan dan ook ondanks de 0,2% daling niet gesproken worden van een revitalisatie van deze gebieden. Sterker nog, in bijna de helft van deze gebieden neemt de leegstand alleen maar toe en is er geen verschuiving naar C-locaties zichtbaar. In steden met 100.000+ inwoners zoals Venlo, Zoetermeer en Apeldoorn worden de hoogste leegstandspercentages genoteerd.
Volgens Dynamis is een deel van deze situatie te wijten aan de lange besluitvormingstrajecten voor grootschalige winkelcentra, zoals outletcentra. Landelijke retailers willen eerst duidelijkheid voordat zij de knoop doorhakken voor een vestiging in een kernwinkelgebied. In het rapport wordt dan ook gepleit voor veel meer snelheid in de planvorming rond nieuwe winkelontwikkelingen. Een belangrijk punt om de negatieve spiraal rond de bestaande winkelgebieden te doorbreken.

Bron: RetailNews

Uit de onlangs door het kabinet gepresenteerde miljoenennota blijkt dat bijna elke Nederlander erop vooruit gaat. Nou ja, op papier dan. De koopkracht stijgt weliswaar met een gemiddelde van 1,5%, maar de lasten op energie, sociale premies, ziektekosten, verzekeringspremies etcetera nemen behoorlijk toe. Winkeliers profiteren nauwelijks mee. Een pijnlijke maatregel van het kabinet voor retailers is de verhoging van het BTW tarief van 6 naar 9%. Ook blijkt dat bijvoorbeeld lokale belastingen zullen worden verhoogd. Winkeliers worden hierdoor gedwongen de prijsstijgingen in hun prijzen te verwerken wat de consument ook weer in de portemonnee zal voelen. Gevolg: inflatie en een hoger uitgavenpatroon. Branche-organisaties zoals INretail verwachten dat de consument volgend jaar de hand op de knip zal houden en veel voorzichtiger met zijn geld zal omgaan, ondanks het positieve financiële plaatje dat het kabinet ons nu voorhoudt.
Een ‘hot topic’ op dit moment is natuurlijk het D-woord, het afschaffen van de dividendbelasting. Nu de Engelse aandeelhouders de hakken in het zand hebben gezet en faliekant tegen verhuizing van het hoofdkantoor van Unilever naar Nederland zijn, lijkt deze maatregel niet meer houdbaar en hopelijk van tafel te gaan. Met de verwachte opbrengst van deze belasting – een kleine 1,9 miljard – zou je denken dat dit ook ten dele kan worden aangewend voor het MKB. Zoals investeringen in een beter MBO-onderwijs waardoor meer personeel beschikbaar komt en bijvoorbeeld een bijdrage in loondoorbetaling bij ziekte waarmee vele retailers en vooral kleine bedrijven worstelen en financieel soms zwaar getroffen worden. Helaas ziet het er nu naar uit dat met het ‘heroverwegen’ van de dividendbelasting het geld wederom zal worden aangewend voor lastenverlichting van de grotere bedrijven. De retailer wordt hierdoor nog verder genegeerd en blijft met lege handen staan. Het wordt tijd dat MKB belangenorganisaties nog harder lobbyen in Den Haag om, al is het maar een gedeelte van die 1,9 miljard, te besteden aan de positie van de retailer. Immers, ook hier wordt dan uiteindelijk de consument beter van!