Is retailtainment het toverwoord voor 2019?

In deze eerste nieuwsbrief van 2019 wil ik u graag een gezond en susccesvol jaar wensen. Een mooi moment om, na de hectiek voor vele ondernemers van de laatste maanden van het jaar, met een frisse blik naar het nieuwe jaar te kijken. Uit diverse publicaties en symposia blijkt dat de focus in het retail-landschap steeds meer op Retailtainment komt te liggen: een spannende combinatie van retail en leisure, waar niet alleen voor de vastgoedpartijen en gemeenten maar vooral van de individuele ondernemer nogal wat pro-activiteit wordt gevraagd. Om winkelgebieden aantrekkelijker te maken en klantbestedingen te vergroten, zal de consument iets nieuws en dynamisch geboden dienen te worden. Een bijzonder samengaan van shoppen, entertainment, horeca en het ondergaan van een bijzondere experience. Door het aanbieden van diversiteit veranderen winkelgebieden dan veel meer in verblijfsgebieden waar de consument graag in de vrije tijd naar toegaat.

Nu is dit concept natuurlijk niet nieuw. Disney startte al in 1975 Disney Springs in Orlando, een winkel- entertainment- en uitgaansgebied waar na een grote make-over van het gehele gebied vorig jaar zelfs de lancering van een kledinglijn als show wordt verpakt waardoor de bezoeker zich betrokken voelt en onderdeel van de totale experience wordt. Uiteraard is het uitgangspunt dat hoe langer men er verblijft, hoe meer er wordt besteed. In de VS worden in hoog tempo traditionele winkelgebieden getransformeerd tot verblijfsgebieden waar leisure geïntegreerd wordt. In Nederland loopt men nog wat achter op deze ontwikkelingen alhoewel er hier en daar wat geëxperimenteerd wordt.

Retailtainment in Nederland kan echter alleen een succes worden als de bepalende stakeholders zoals de vastgoedwereld en de betreffende gemeentes, die uiteindelijk beslissen over de inrichting van winkelgebieden, gaan ‘omdenken’ en samen met de retailers en ondernemers de handen ineen slaan. Verandering begint met out-of-the box denken en daarop ook actief durven acteren. De retailers hebben hier slechts heel beperkt invloed op en zijn afhankelijk van de manier waarop de stakeholders op een andere, meer creatieve en dynamische manier, de winkelgebieden inrichten met een mooie mix van shoppen, horeca, leisure en entertainment. Per slot van rekening gaat het erom om te voorzien in de behoefte van de consument. Kortom, de consument wil meer dan alleen maar shoppen. Het belooft een spannend jaar te worden!

Dat het belangrijk is een bepaalde doelgroep voor ogen te hebben bij het starten van een damesmodezaak blijkt wel uit het verhaal van Michel en zijn moeder Liesbeth Brummer. Al vele jaren bezig als team in de modewereld. Met veel ervaring in hun bagage door het succesvol verkopen van verschillende kledinglijnen op modebeurzen, werd ruim een jaar geleden de beslissing genomen een damesmodezaak in Hilversum te openen. “Ja, de kans deed zich voor en we vonden via Retail Estate Solutions een mooi pand. Een pand dat ons direct aansprak door onder meer de prachtige zwart/wit vloer die onze kleding mooi doet uitkomen en onze doelgroep zou aanspreken. Het was hard aanpakken in de beginfase, maar gelukkig weten steeds meer dames onze zaak te vinden. We hebben een brede collectie, maar focussen vooral op de doelgroep 25-45 jaar waar nog niet zoveel voor is in het Gooi en die moderne kleding met state-of- the-art merken zoals Wanderlust en Nikkie Plessen omarmt. Het is belangrijk er bovenop te blijven zitten”. Liesbeth doet de in- en verkoop en Michel houdt zich vooral bezig met de zakelijke kant. Michel gelooft ook heilig in de combinatie van on- en offline door de combinatie van de webshop en de fysieke winkel die elkaar versterken. WEAR IT love it voegt aan de kledinglijnen ook een breed assortiment aan accessoires toe zoals de uitgebreide collectie sieraden met prachtige kettingen, armbanden en oorbellen. Vooral de catchy collectie oorbellen zijn alleen al een bezoekje aan de winkel waard! Om als ondernemer succesvol te kunnen zijn, te anticiperen op ontwikkelingen in de markt en de juiste keuzes te maken en te blijven groeien vereist ervaring, durf en vertrouwen in eigen kunnen. Liesbeth en Michel zijn hier een mooi voorbeeld van.

Momenteel wordt het nieuws beheerst door Privacy Statements en wat wel of niet te doen rond de regels die voortvloeien uit de Wet AVG. Onze mailboxen stromen vol met statements van allerlei bedrijven waar we ooit contact mee hebben gehad en die ons verzekeren goed met onze persoonlijke gegevens om te zullen gaan. Dat cybersecurity wereldwijd erg leeft bij de consument blijkt wel uit een internationaal onderzoek van Capgemini. Consumenten doen liever zaken met winkels die hun digitale beveiliging op orde hebben en veel aandacht besteden aan dataprivacy en het voorkomen van datalekken. Maar liefst 40% van de consumenten is bereid minimaal 20% meer te besteden bij (web)winkels waar ze vertrouwen in hebben (in Nederland ligt dit op 30%). Maar liefst 77% noemt cybersecurity – na kwaliteit en productaanbod – als de belangrijkste factor bij het kiezen van een retailer. Opvallend is dat prijs en merkreputatie als minder belangrijk worden beschouwd. Uit het onderzoek blijkt verder dat indien een (web)winkel het vertrouwen geniet van de consument er een potentiële jaarlijkse omzetstijging van 5,4 % mogelijk is, gebaseerd op de gemiddelde jaarlijkse consumentenuitgaven. Overigens is de realiteit dat er nogal wat discrepantie is tussen garantie en informatie: 70% van de consumenten verlangt beveiliging van hun gegevens, maar slechts 44% van de retailers informeert actief zijn klanten hierover. Ook heeft 40% van de retailers de laatste 3 jaar een datalek meegemaakt. Zo zie je maar weer. De primaire relatie tussen klant en retailer gedijt bij goede informatie, vertrouwen en vooral geloof in de onderneming. Ondernemers kunnen zich hierdoor onderscheiden van de concurrentie en een omzetstijging tegemoet zien. Echter, voortdurend investeren in cybersecurity blijkt dus een absolute noodzaak. Dat dit tijd en geld kost moge duidelijk zijn. Onze eigen belastingdienst heeft ook na de invoering van de AVG wet z’n zaakjes nog lang niet op orde.

De Franse regering heeft het plan ‘route naar een circulaire economie’ ontwikkeld waarin in vijftig stappen gewerkt wordt aan een betere productie, consumptie en manier waarop met afval wordt omgegaan. Een belangrijk onderdeel  hiervan is het voorstel om onverkochte kleding niet te vernietigen maar weg te geven aan liefdadigheidsorganisaties. Mensen met een klein inkomen kunnen hier dan van profiteren. Er is in Frankrijk al een wet in werking tegen voedselverspilling. Supermarkten zijn verplicht onverkocht voedsel weg te geven aan armen. Slechts 160 duizend ton van de 700 duizend ton weggegooide kleding per jaar wordt gerecycled. De nieuwe wet zou al in 2019 van kracht moeten zijn. Naast de kledingbranche wordt hard gewerkt aan nieuwe regels voor nog vele andere branches. Frankrijk loopt met deze wetten voorop in Europa. Zo wil men dat vanaf 2020 producten die niet ‘robuust’ zijn en niet kunnen worden gerepareerd niet meer mogen worden verkocht.

Bron: RetailNews

In Nederland groeit het aantal moslims, niet alleen in omvang maar zeker ook in kapitaalkracht. De verwachting is dat in 2021 wereldwijd moslims 368 miljard dollar aan kleding zullen besteden, 50% meer dan in 2015! De groeiende moslim middenklasse koopt allang niet meer uitsluitend bij Action en de Wibra. Dit beeld dient drastisch te worden bijgesteld. Dat besef  is inmiddels ook ingedaald bij grote internationale kledingmerken. Het grote sportmerk NIKE  en vele andere merken zien inmiddels de groeiende marktpotentie van de islamitische consument. Zo introduceerde NIKE vorige jaar de sporthijab. Merken als Donna Karan, Tommy Hilfiger en Zara ontwikkelden speciale Ramadan collecties. Ze laten zien dat er een mooie mix te maken is van meer bescheiden en bedekkende kleding, gekoppeld aan luxe en design. Kledingketen Uniqlo kwam inmiddels met 2 hoofddoekencollecties. Het wordt tijd dat retailers het belang van deze grote potentiële markt inzien en daar op inspringen.  Dat vraagt om innovatieve activiteiten en belooft een mooie uitdaging te zijn. Hoog tijd dat retailers worden wakker geschud en deze doelgroep omarmen.

Bron o.a. RetailTrends

De bekende trendanalist Christine Boland, medeorganisator van het jaarcongres Trends & Transities in Retail, stelt dat ondernemers omzetkansen laten liggen door het belang van medewerkers te onderschatten: “Medewerkers zijn vaak een sluitpost terwijl je er eigenlijk mee zou moeten beginnen” stelt ze. “Een goed personeelsbeleid waar aandacht is voor de identiteit en de richting van het merk waardoor medewerkers het merk begrijpen en kunnen overbrengen is van groot belang en helpt de omzet te vergroten. Helaas is dit vaak nog een ondergeschoven kind”. Boland heeft vier ‘Principles of Progress’ opgesteld die retailers kunnen helpen in het voortdurende veranderende retail landschap. De realiteit haalt in snel tempo de al jaren lopende gesprekken hierover in. Veel ondernemers weten niet meer waar ze aan toe zijn en hebben grote behoefte aan houvast hoe te handelen en vragen om duidelijke richtlijnen en structuur om succesvol de toekomst in te gaan. Boland zal tijdens het event alle vier de ‘ Principles of Progress’ aan de hand van duidelijke voorbeelden uit de retail- en merkenwereld behandelen. Het hele programma, aanmelding en  informatie over het congres is te vinden op https://trendsentransities.nl

Bron: RetailNews.nl

Met grote chocoladeletters onlangs in het nieuws: ‘Banken meer bereid in retail te investeren’. Maar bij goed doorlezen en verdere oriëntatie in de media blijkt dit maar voor een heel klein deel waarheid te bevatten. Lindenaar & Co heeft een groot onderzoek gedaan waaruit blijkt dat banken de laatste vijf jaar voornamelijk in de grote winkelketens hebben geïnvesteerd. Het financieren van kleinere partijen – lees het aantal mkb-klanten bij de banken – is in de laatste vier jaar met ruim 23% afgenomen. Dit beeld is geheel tegen de groei van het aantal bedrijven in ons land in (+5%). Geld lenen voor bedrijven die minder dan € 250.000,- nodig hebben is lastig; maar dit geldt ook voor grotere leningen tot 1 miljoen euro. Hoewel de voorwaarden voor leningen door de banken zijn versimpeld, is dit niet terug te vinden in de cijfers. Integendeel. Banken menen dat het financieren van kleinere partijen te risicovol is. Ook al heeft de (startende) ondernemer een doortimmerd businessplan op tafel gelegd.

Geen wonder dat het mkb zich richt op  Crowdfunding, financiering door ‘het publiek’. Vooral voor de kleinere leningen zijn er diverse platforms (o.a. Kapitaal op Maat, Knab, Oneplanetcrowd) waarop de ondernemer zich kan oriënteren en zelfs de communicatie en administratie in ervaren handen kan neerleggen. Uiteraard blijft een goed businessplan met (financiële) haalbaarheid en aflossing essentieel. Deze vorm van alternatieve financiering groeit in een snel tempo. Werd er in 2014 circa 60 miljoen opgehaald, in 2017 is dit al gegroeid naar 223 miljoen euro.

De core-business van banken is het aantrekken van klanten en met dat te beheren kapitaal voornamelijk te beleggen waardoor miljarden euro’s worden rondgepompt en verdiend. Een procent meer of minder rente heeft dan ook meteen zijn weerslag in de markt. Het zou mooi zijn als de politiek en belangen-verenigingen zich niet alleen druk maken over de salarissen van topbankiers maar ook over de (on)mogelijkheden voor het MKB om bij de banken te kunnen aankloppen. Goed voor de economie, de ondernemers en uiteindelijk ook de consument!

In oktober 2017 startte gedreven onderneemster Elsbeth de Bruin naast haar winkel in Baarn een tweede ‘Lab. Shop in shop’ in de Gooische Brink in Hilversum. De winkel in Baarn loopt al 2 jaar prima en ook de winkel in Hilversum slaat goed aan. Elsbeth: ‘ik vond het een goed idee om ondernemers met mooie producten of ideeën die te klein zijn of wegens financiën en/of tijdgebrek geen eigen winkel kunnen openen, de mogelijkheid te bieden hun producten te verkopen in onze Lab winkels.’ Dat deze visie een juiste is blijkt wel uit het feit dat zo’n 30 ondernemers inmiddels hun producten etaleren in een inspirerende omgeving. Het aanbod is zeer divers, maar op kwalitatief hoog niveau: meubels, kleding, kussens, kinderspeelgoed, kaarten, sieraden, kinderkleding, tassen, schoenen et cetera. Ook is er aandacht voor kunst in de vorm van kleine beelden. In Baarn is er ook een Lab café waar men de stoelen, tafels en lampen die daar staan en hangen ook kan kopen. In Hilversum was daar geen ruimte voor maar sinds deze week kan men lekker even gaan zitten met een kopje koffie en een gebakje.

De fashion & lifestyle shops huren per 3 maanden een bepaalde ruimte in Lab en kunnen dit steeds verlengen. Dat de ondernemers tevreden zijn blijkt wel uit het feit dat er weinig verloop is en nieuwe ondernemers die zich via de website www.labhilversum.nl aanmelden, nog even moeten wachten. Op de vraag hoe Els de toekomst ziet, reageert ze positief: ‘ik ben enthousiast over het aanbod van de ondernemers en de consumenten die onze winkel bezoeken. Ik heb net 2 nieuwe medewerksters aangenomen. Over nog verdere uitbreiding denk ik nog niet na, maar ik hoop dat we in Hilversum van pop-up store naar een permanente shop kunnen gaan.’

‘Een zorgelijke ontwikkeling’ volgens Gert Bolkesteijn, gemeentelijk initiator binnenstad van Hoogeveen. ‘Het veranderende consumentengedrag zoals online shoppen en “een dagje grote stad doen” wordt een toenemend probleem voor retailers in middelgrote steden.’ Niet alleen in Nederland, maar ook in andere middelgrote Europese steden is deze trend te bespeuren. Het leidt niet alleen tot verminderende omzet maar ook tot grotere leegstand.’ Deze conclusies kunnen getrokken worden na het 2 jaar durende project RetaiLink waarbij naast Hoogeveen en Hengelo ook middelgrote steden in Spanje (Igualada), Frankrijk (Romans) en Tsjechië (Liberec) betrokken waren. ‘Middelgrote steden kunnen niet op tegen wat de grote stad te bieden heeft.’ In Hoogeveen is de leegstand zo’n 15% maar het verzorgingsgebied is nog groot genoeg om hieraan te werken. In Europees verband wordt dan nu ook met de uitkomsten van dit onderzoek in de hand gezocht naar oplossingen, ideeën en acties om de consument meer naar de middelgrote stad te trekken.

Bron: RetailNews

In oktober 2016 startte Zalando met een pilot in Duitsland om samen te gaan werken met lokale fysieke retailers. Dit is zo goed bevallen dat niet alleen schoenen maar nu ook kleding van lokale winkels wordt aangeboden. Jan Bartels, Vice President Customer Fulfillment & Logistics van Zalando stelt dat de test succesvol verloopt. Kleine retailers met een beperkte technologische infrastructuur worden geholpen om zo de stap naar e-commerce te nemen. Bartels: ‘Sommige winkels verzenden al tot driehonderd producten per week direct vanuit hun winkel naar Zalando-klanten. Klanten worden steeds mobieler en verwachten dat producten direct beschikbaar zijn. De Zalando partners kunnen hun voorraad in de winkel houden. Zo worden online en offline alleen maar verder versterkt.’ Zalando werkt in de test nu al met meer dan honderd lokale retailers. De bedoeling is dit verder uit te rollen naar andere landen. Het uiteindelijke doel is een internationaal platform te creëren van leveranciers, retailers en klanten.

Bron: RetailNews